Leven met een prolactinoom

Printen

Als je eenmaal met de behandeling bent gestart, verdwijnen de klachten geleidelijk. Je voelt je dan al snel beter. Het resultaat is ook zichtbaar: bij mannen neemt de baardgroei bijvoorbeeld weer toe. Ook het seksleven herstelt zich. Voor de zekerheid krijg je nog wel regelmatig controle. Je arts gaat dan na hoe hoog het prolactinegehalte in het bloed is. Soms is het nodig de dosis van je medicijnen aan te passen.  

Zwangerschap en prolactinoom

Wanneer door behandeling bij een man het prolactinegehalte en het testosteron normaliseert, dan kan ook de zaadproductie bij de man zich weer herstellen. Maar als het LH en FSH laag blijven na normalisatie van het prolactine, dan is herstel van de zaadproductie minder waarschijnlijk. Mannen met een prolactinoom kunnen vader worden, maar dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Vaak moet er een traject worden ingezet met LH/FSH.

Bij vrouwen met een prolactinoom stopt de menstruatie. Die komt weer op gang als het prolactinegehalte weer genormaliseerd is door de behandeling. In principe kan een vrouw dan weer zwanger worden. Maar wanneer er net zoals bij mannen te weinig LH en FSH uit de hypofyse is (door bijvoorbeeld druk op het goede hypofyseweefsel), dan komt er geen eisprong en geen menstruatie. Zonder eisprong is er geen kans op bevruchting (zwangerschap). Er zijn verschillende manieren om toch een eisprong te bewerkstelligen. Deze behandeling vindt plaats bij de gynaecoloog.

Deze foto is gemaakt door Jorian Lub

Restklachten bij een prolactinoom

Een prolactinoom is dus goed te behandelen en veel mensen pakken de draad van het leven weer op. Helaas geldt dat niet voor iedereen. Een grote groep krijgt te maken met blijvende klachten door de prolactinoom. Vooral vermoeidheid wordt vaak genoemd als een klacht die nooit meer helemaal overgaat. Daarnaast hebben veel mensen te kampen met onzekere, sombere, soms zelfs depressieve gevoelens. Probeer je te realiseren dat die ‘nare’ gevoelens bij het ziektebeeld horen: als jouw hormoonhuishouding uit balans is, kunnen je emoties ook verstoord raken. Begeleiding bij het aanpakken van dat soort gevoelens hoort dus gewoon bij de behandeling.

Lees meer over de bijkomende klachten bij een hypofyse-aandoening in onze informatiebibliotheek.

 

Vraag hulp

Vraag je internist-endocrinoloog of de endocrinologisch verpleegkundige om hulp als je merkt dat je wel een steuntje in de rug kunt gebruiken. Natuurlijk kun je er ook met je huisarts over praten. Huisartsen hebben doorgaans veel ervaring met het begeleiden van mensen met een chronische aandoening. Eventueel kan de huisarts je verwijzen naar een maatschappelijk werker of psycholoog, bijvoorbeeld als je erg somber bent. Omdat sombere gevoelens ook een lichamelijke oorzaak kunnen hebben, is het wel belangrijk dat je deze ook bespreekt met je internist-endocrinoloog. 


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk