Conditie opbouwen: rustig aan, maar wel doeltreffend! (artikel)
Printen
Hyponieuws 2010
Van inspanning krijg je energie, hoor je wel eens. Helaas: van inspanning worden sommigen van ons alleen maar moe. ‘Ik vind het wel eens moeilijk om al die succesverhalen te horen, want ik ben zo beperkt’, hoorde ik van een lotgenoot. Wat moet je doen als het echt niet gaat? Ik vroeg het aan Rick Zee, acupuncturist/ fysiotherapeut, die ook is gespecialiseerd in het behandelen van oudere mensen met beperkingen.
Als je alles al geprobeerd hebt, maar het lukt niet, wat dan?
Dat klinkt wel erg hard…
‘Maar zo is het niet bedoeld. Je moet het leuk maken voor jezelf, dat werkt het beste. Kies een vorm van bewegen die je leuk vindt, die past bij jou en je beperkingen. Als je echt helemaal geen conditie hebt, leg de lat dan niet te hoog. Kies iets waar je op ieder moment dat jij dat wilt mee kunt stoppen.’
Stel je voor, je conditie is echt nul. Elke dag een heel klein beetje trainen, is dat een goed idee?
Nee, niet elke dag. Om je conditie te verbeteren, moet je 3 keer per week iets doen. Het maakt niet uit wat, 3 keer per week een blokje rond je huis lopen is ook goed. Een blokje lopen is beter dan een eind lopen in één richting, want als je moe wordt, moet je snel naar huis kunnen. Verder moet je erop letten dat er altijd minstens een dag tussen zit. Op de tussenliggende dagen moet je je andere activiteiten aanpassen. Dus niet óók boodschappen doen en óók het huis stofzuigen, zodat je alsnog de hele week bezig bent. Let erop dat je aan je rustdagen komt. Begin heel rustig. Bijvoorbeeld gedurende 1 à 2 weken 3x per week 5 minuutjes lopen. Dat is genoeg. Dan ga je verder opbouwen. Steeds een heel klein stapje verder. Je kunt ook variëren: óf je loopt wat langer òf je loopt in een wat pittiger tempo óf je zwaait erbij met je armen.’
Maar als je er desondanks niet in slaagt iets op te bouwen?
Als je er zelf niet uitkomt, kun je je wenden tot een fysiotherapeut. Die kan je helpen een trainingsschema op te stellen dat bij jou past. Een beetje feedback, aanmoediging, een paar praktische tips kunnen het soms net wat makkelijker maken. Maar uiteindelijk doe je het toch zelf. Het zijn drie stappen.
- Ik kan het.
- Ik vind het leuk.
- Ik blijf het doen (heel belangrijk!)
Dat is de manier om op te bouwen. Wees niet te ambitieus. Vergeet de sportschool, dat is veel te pittig! Rustig aan is beter: als je maar volhoudt.’
Hoe lang duurt het voordat je resultaat kunt verwachten?
‘In principe gaat het vrij snel. Binnen 2 à 3 weken moet je merken dat je je rondje met meer gemak doet. De conditie van het hart-, spier- en longgebied kan heel snel vooruit gaan, ook bij mensen die niet fit zijn.’
Hoe kun je merken als je verkeerd traint of jezelf overbelast?
Welke sporten zijn geschikt voor hypofysepatiënten?
Wat is de beweegnorm?
‘Dat is de norm die het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen heeft opgesteld voor de gemiddelde Nederlander. De beweegnorm houdt in: iedere dag 30 minuten flink actief bezig zijn. Overigens valt alles waarbij je een versnelde ademhaling hebt, maar toch nog kunt praten onder ‘flink actief bezig zijn’: hardlopen, hard fietsen, heel pittig stofzuigen, seks en ga zo maar door! Maar voor een hypofysepatiënt is dit eigenlijk te hoog gegrepen. Houd je aan je eigen programma van drie keer in de week. Dan is er minder kans dat het misgaat en meer kans dat je doorgaat. Als het heel goed gaat, kun je de frequentie opvoeren naar vijf keer per week. Maar heel rustig aan opbouwen!’