Stelling: Testosteronmedicatie kan borstvorming veroorzaken (artikel)

Printen

Uit Hyponieuws 4 – 2021

Veel mannen zitten er niet op te wachten: borstvorming. Toch is deze onwelkome lichamelijke verandering een van de klachten bij een tekort aan testosteron. Maar tegelijkertijd is het ook een bijwerking van het medicijn dat dit tekort juist oplost. Hoe kan dat?

Laten we eerst eens kijken waarom borstvorming ontstaat bij een tekort aan testosteron. Onder invloed van het follikelstimulerend hormoon (FSH) en vooral het luteïniserend hormoon (LH) uit de hypofyse maken de zaadballen testosteron en een beetje oestrogeen aan. Daarnaast produceren de bijnieren – onafhankelijk van de hypofyse – een soort voorloper van oestrogeen. Dit wordt in andere weefsels omgezet in oestrogeen. Maakt de hypofyse geen FSH en LH meer aan? Dan doen de zaadballen hun werk niet meer, maar blijven de bijnieren wel nog oestrogeenachtige stoffen aanmaken. Het gevolg is meer oestrogeen dan testosteron in het lichaam, met borstvorming als resultaat. De ernst wisselt van een amper zichtbare bolling tot een serieuze cupmaat. Velen ervaren dit als ontsierend. Je kunt er onzeker van worden, een negatief zelfbeeld of depressieve gevoelens van krijgen.

Testosteronmedicijnen – gel, pleisters, injecties of capsules – kunnen dit verstoorde evenwicht herstellen. Maar deze hebben soms ook bijwerkingen en een hele vervelende daarvan is dus borstvorming.

Hoe kan dat?

Testosteron wordt omgezet in oestrogeen door het enzym aromatase. Synthetisch testosteron bevat meer oestrogeenachtige stoffen dan het natuurlijke testosteron en zorgt ook voor meer activiteit van aromatase. Hier geldt: één plus één is twee. Je hebt dus meer oestrogenen door de extra oestrogeenachtige stoffen uit de medicijnen én je hebt een verhoogde omzetting van testosteron in oestrogeen door aromatase. Nu reageert elk lichaam anders; de een zet meer testosteron om in oestrogeen dan de ander en het ene lijf is gevoeliger voor (de effecten van) oestrogeen dan de ander.

Zo komt het dus dat de een meer last van borstvorming dan de ander. Deze bijwerking komt voor bij ongeveer 1 tot 10 procent van de testosterongebruikers. Vooraf valt niet te voorspellen wie hiermee te maken krijgt. Maar het is wel belangrijk dat je dit bespreekbaar maakt bij je behandelend arts, want je staat er niet alleen voor…

De stelling ‘testosteronmedicatie kan borstvorming veroorzaken’ is dus juist, maar niet iedereen krijgt last van deze bijwerking.

Bronnen

  • UpToDate, www.uptodate.com
  • Johnson Re et al; Gynecomastia, Pathophysiology, Evaluation and Management ; Mayo Clin. Proc.; 84 (11): 1010-1015; November 2009
  • Swerdlof RS; Gynecomastia: Etiology, Diagnosis and Treatment; Endo text; July 7 2019
  • Rhoden EL; Treatment of Testosterone-Induced Gynecomastia With The Aromatase Inhibitor, Anastrozole; International Journal of Impotence Research; 16, 95-97 (2004)

© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk