Het gebruik van antidepressiva door hypofysepatiënten (artikel)

Printen

Hyponieuws 2008

Komen sombere gevoelens en stemmingswisselingen vaker voor bij hypofysepatiënten dan bij de rest van de bevolking? Ja, aldus dr. Pereira Arias, endocrinoloog, verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).

‘Onder artsen bestaat het idee dat vooral Cushing– en prolactinoompatiënten vatbaarder zouden zijn voor depressies dan andere, maar dit idee is echter niet uitgekristalliseerd. Wel zijn er voor zover ik weet veel ex-Cushing- en prolactinoompatiënten die antidepressiva gebruiken. Depressies worden in ieder geval wel vaker waargenomen bij patiënten waarbij meerdere hypofyse-assen uitgevallen zijn, patiënten die dus afhankelijk zijn van meerdere hormonen’, aldus dr. Pereira.

Waar depressies en sombere gevoelens precies vandaan komen en welk verband er is met de werking van de hypofyse is niet bekend. Waarschijnlijk speelt persoonlijke aanleg wel een rol.

Pereira: ‘Sommige hypofysepatiënten geven aan dat zij door hun aandoening en de daarmee samenhangende lichamelijke processen meer last hebben van deze gevoelens dan vroeger. Anderen met dezelfde aandoening weer niet. Dit wisselt per persoon.

Wij hebben in Leiden wel veel onderzoek gedaan naar kwaliteit van leven bij patiënten die behandeld zijn voor een hypofyseaandoening. Daarbij kwamen die gevoelens van neerslachtigheid en dergelijke duidelijk naar voren.’

Slotvraag: raadt u uw patiënten wel eens aan antidepressiva te gaan gebruiken?

‘Zeer regelmatig.’


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk