Antidiuretisch hormoon (ADH)

Printen

De hypofyse stuurt het hormoon ADH op het juiste moment in de juiste hoeveelheid naar de nieren. ADH reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan. Het zorgt ervoor dat de nieren voldoende water vasthouden en niet te veel water loslaten. ADH heeft ook een vaatvernauwende werking. Samen met het bijnierschorshormoon aldosteron regelt het de hoogte van de bloeddruk.

ADH hormoon as

Tekort aan antidiuretisch hormoon (ADH) 

De symptomen bij een tekort aan ADH zijn: enorm veel dorst, veel drinken en daardoor heel vaak moeten plassen, overdag en ’s nachts. Een tekort aan ADH leidt tot de aandoening diabetes insipidus, waarvoor het medicijn desmopressine wordt voorgeschreven.  

Overschot aan antidiuretisch hormoon (ADH) 

Als de hypofyse te veel antidiuretisch hormoon (ADH) afgeeft, wordt dit ook wel het syndrome of inappropriate ADH secretion (SIADH) genoemd. Het lichaam houdt dan te veel water vast. Er ontstaat oedeem: een ophoping van vocht in alle weefsels. Ook neemt het gehalte aan natrium (een soort zout) in het bloed af (hyponatriëmie).  


© Nederlandse Hypofyse Stichting - Alle rechten voorbehouden

ANBI Keurmerk