Wat zijn oorzaken van hypofyseaandoeningen?
Printen
Ziekten van de hypofyse zijn zeldzaam. Er zijn in Nederland tussen de 10.000 en 15.000 mensen met een hypofyseaandoening. Klachten doen meestal zeer geleidelijk hun intrede. De diagnose wordt daardoor vaak pas na vele jaren gesteld, na meer dan vijf jaar is geen uitzondering. Ook hypofysetumoren zijn soms jarenlang aanwezig zonder dat zij klachten of symptomen veroorzaken. Hoe hypofysetumoren precies ontstaan weten we niet. Ze zijn bijna altijd goedaardig en zaaien zich daarom meestal niet uit. Er zijn verschillende oorzaken van hypofyseproblemen:
Een adenoom van hormoonproducerende cellen
Op de hypofyse liggen hele kleine ‘eilandjes’ van hormoonproducerende cellen. Deze groepjes cellen kunnen uitgroeien tot een adenoom (gezwel). Op het moment dat er ineens veel hormoonproducerende cellen bijkomen, komt er te veel van dit hormoon in het bloed terecht. Dit kan problemen veroorzaken. Afhankelijk van welk hormoon te veel geproduceerd wordt, krijgt het hormoonproducerend gezwel een naam: acromegalie (te veel groeihormoon), prolactinoom (te veel prolactine), ziekte van Cushing (te veel bijnierschorshormoon).
Een adenoom van niet-hormoonproducerende cellen
Ook niet-hormoonproducerende cellen op de hypofyse kunnen gaan groeien. Zij groeien uit tot een niet-functionerend hypofyseadenoom. Zo’n gezwel produceert weliswaar geen hormonen, maar oefent wel druk uit op de omgeving. Dit kan ook problemen geven. Een ander voorbeeld van een adenoom van niet-hormoonproducerende cellen is het craniofaryngeoom.
Hypofysitis
Een ontsteking in de hersenen (hypofysitis) kan overslaan naar de hypofyse en daar schade veroorzaken aan de cellen. Deze ontsteking kan leiden tot een verminderde hypofysefunctie. Er ontstaan dan tekorten aan één of meerdere hormonen (hypopituïtarisme).
Auto-immuun hypofysitis
Ook een auto-immuunziekte kan een ontsteking aan de hypofyse veroorzaken. Het lichaam denkt dan dat de hypofyse een indringer is die bestreden moet worden en zet een ontstekingsreactie in gang. Dit veroorzaakt schade aan de cellen, met als gevolg een verminderde hypofysefunctie. Dit heet auto-immuun hypofysitis of lymfocytaire hypofysitis.
Bloeding tijdens bevalling
Een ernstige bloeding tijdens de bevalling kan de hypofysefunctie beschadigen. De bloeding leidt er in dat geval toe dat de hypofyse tijdelijk te weinig bloedtoevoer krijgt en onvoldoende zuurstof kan opnemen. Als gevolg hiervan sterft de hypofyse geheel of gedeeltelijk af. Dit heet het syndroom van Sheehan.
Aangeboren hormoonuitval
Sommige kinderen worden geboren zonder hypofyse. Het kan ook zijn dat de hypofyse onderontwikkeld is, waardoor er onvoldoende hormonen worden geproduceerd. Congenitaal hypopituïtarisme, in het kort CHP, leidt tot het uitvallen van één of meerdere hypofysehormonen. Na de geboorte is daardoor meestal snel duidelijk dat een kind CHP heeft.
Hersenletsel
Ook andere storingen in de bloedvoorziening naar de hypofyse kunnen ernstige schade veroorzaken. Bij een hersenbloeding bijvoorbeeld kunnen de hypofysecellen beschadigd raken, met als gevolg een verminderde hypofysefunctie. Een ongeluk met zwaar hoofdletsel kan ook een bloeding aan de hypofyse veroorzaken. Dit soort schade is niet altijd blijvend. In bepaalde gevallen herstelt het letsel zich vanzelf binnen ongeveer een jaar.
Operatie of bestraling
Schade aan de hypofyse treedt soms op na een operatie en/of bestraling van een hypofysetumor. Hoe zorgvuldig de behandeling ook wordt uitgevoerd, er kan altijd schade ontstaan.
Erfelijke factoren
Een hypofyseaandoening kan ook veroorzaakt zijn door erfelijke factoren. Dit is echter zéér zeldzaam en er is weinig over bekend.
Overige hypofyseaandoeningen
Tot slot zijn er verschillende andere aandoeningen die de hypofysefunctie kunnen verstoren. Meer hierover lees je bij overige hypofysaire aandoeningen.